Wat is een kweekkasje en hoe je gebruik je hem?
07 september 2018 

Wat is een kweekkasje en hoe je gebruik je hem?

Om zaadjes en stekjes te laten uitgroeien tot prachtige planten is een kweekkasje, ook wel minikas genoemd, uitermate geschikt.

Met zo’n mini kweekkas voorzie je de zaadjes of stekjes van de ideale groeiomstandigheden. Die omstandigheden kun je overigens zelf helemaal regelen. Daardoor laat je meer en betere planten ontstaan van eigen bodem.

Waarschijnlijk herken je de grote glazen kweekkassen wel die veel tuinliefhebbers in de tuin hebben staan. Maar niet iedereen heeft de mogelijkheid om zo’n grote tuinkas te plaatsen. Voor die mensen is een mini kweekkas zeer geschikt.

In dit artikel lees je wat een kweekkasje is en wat de stappen zijn om een kleine kweekkas te gebruiken.

Wat is een kweekkasje?

In feite is een kweekkasje niet meer dan een bak met zand en een glazen of plastieken deksel erop. Daarom dat een het ook wel eens mini-kas genoemd wordt. Natuurlijk zijn er ook luxere stekkassen met extra ‘opties’, zoals een automatisch bewateringssysteem.

Mini-kassen zijn er in verschillende maten en uitvoeringen. Zo zijn er kastjes die op je vensterbank passen, maar er zijn ook grotere varianten die ongeveer 1 vierkante meter in beslag nemen. Daarom dat er meerdere namen voor een kweekkasje zijn. Denk aan mini-kas, kweekbakje, kweekkasje, mini-stekkas en ga zo maar door.

Een mini-kweekkas kan gezien worden als het kleine broertje van de grote glazen tuinkas. Alle voordelen van deze grote broer heeft de kleine kweekkas ook. Behalve dan dat je erin kunt staan.

Voordelen van een mini kweekkas zijn:

  • Neemt weinig ruimte in beslag
  • Kweken van planten is makkelijk en gaat sneller, omdat je zelf de condities is de kas kunt regelen. Denk aan hoeveelheid wind, water en zon.
  • Beschermt planten tegen vogels en ander ongedierte

Ander voordeeltje van een minikweekkas is dat de prijs aanzienlijk lager is dan van een grote tuinkas.

Propagator

Zoals ik al zei zijn er kweekkastjes met extra opties. Een daarvan is verwarming.

Doormiddel van een lamp of verwarmingselement boven of in het bakje te hangen verwarm je niet alleen de bak. Ook creëer je daardoor de ideale omstandigheden voor de zaden of stekjes.

Een stekkastje met verwarming wordt een propagator genoemd.

Aan een stekkasje kun je naast verwarming nog een optie toevoegen. Namelijk een dim-functie. Met die extra functie kun je de lichtsterkte van de verwarmingslamp aanpassen. Voor de ene plant is een andere lichtsterkte nodig dan voor de andere.

Dit is hoe een mini stekkas werkt

Planten zijn in hun ‘babyjaren’ erg gevoelig voor invloeden van buitenaf. De minste of geringste tegenslag kan een jong plantje al fataal worden.

Om dat te voorkomen is er een mini stekkas. Een kleine kweekkas wordt daarom vooral gebruikt voor het opkweken van planten met als doel om deze later weer te verplanten. Denk aan Hortensia’s stekken, zonnebloemen ontkiemen en zo nog veel meer verschillende tuinplanten.

Maar een dergelijke kweekkas kan ook gebruikt worden voor het verbouwen van kleine gewassen zonder deze te verplanten. Denk aan een kweekkas binnen met eetbare kruiden, zoals bieslook.

Kort door de bocht is dit hoe een mini-stekkas werkt.

  1. Plaats zaden of stekjes in de bak
  2. Dek de mini-kweekkas af. Dit zorgt voor perfecte omstandigheden in de kas.
  3. Voorzie de zaden en stekjes regelmatig van water
  4. De zaden ontkiemen en stekjes schieten wortel
  5. Verplant te groot geworden planten of geniet van de (eetbare) planten in de stekkas.

Binnenshuis zie je een kweekkas vaak staan op de vensterbank. Dat is een perfecte plaats omdat daar veel zon komt. Ook zie je een kweekkas binnenshuis vaker staan, omdat je de ontwikkeling van de plantjes dan goed in de gaten kunt houden.

Let op: voldoende ventilatie is belangrijk voor de plantjes in de kas. Kies voor een kweekkastje met ventilatieroosters of haal 1 keer per dag de kap er enkele minuutjes af. Zo kan het kastje luchten.

Zo gebruik je een kweekkasje

Voordat je een kweekkasje aanschaft is het handig om te weten hoe je zo’n ding gebruikt. Voor het kweken of stekken in een mini-kas heb je het volgende nodig:

  • Kweekkasje
  • Zaai- en stekgrond
  • Zaden of stekjes
  • Gietertje of flesje water
  • Eventueel stekpoeder
  • Plastic potjes
  • Potgrond of tuinturf
  • Emmer
  • Zand (gewoon uit de tuin)
  • Vork (gewoon uit de keukenla)

En dan heb je werkelijk alles wat je nodig hebt van zaaien of stekken tot uitplanten in de volle grond. De fasen in het gebruik en een kweekkastje zie je hieronder in logische volgorde.

Zaaien of stekken

De 1e stap op weg naar een prachtig nieuwe plant of lekker eetbare plant is het zaaien of stekken ervan. Vanzelfsprekend heb je hiervoor het kweekkastje nodig.

Maar ook de zaai- en stekgrond, de zaden of stekjes en een gietertje met water heb je nodig voor de uitvoering van deze stap. Stekpoeder kan eventueel nodig zijn.

mini-kweekkas

Bij het zaaien en stekken ga je als volgt te werk:

  1. Breng de zaai- en stekgrond aan in het mini-kasje. Zorg dat je iets onder de rand blijft. 0,5 tot 1 cm is genoeg.
  2. Maak met een potlood gaatjes in de grond waar de zaadjes of de stekjes in moeten komen.
  3. Eventueel: Dip de stekjes 2,5 cm diep in stekpoeder
  4. Plaats de zaadjes of stekjes in de grond. Let op: zaadjes mogen maar net onder het zand liggen, terwijl stekjes ongeveer 5 cm diep in de grond horen te staan.
  5. Druk de grond stevig aan.
  6. Maak de grond vochtig. Let op: ben voorzichtig met het toedienen van water. Bij een te natte grond gaan de zaden of stekjes rotten.

Laat de zaadjes nu maar ontkiemen of de stekjes wortel schieten.

Water geven

Terwijl de zaadjes en stekjes hard aan het werk zijn om te ontkiemen of wortel te schieten is het belangrijk om ze te voorzien van voldoende water.

Maar zoals ik hierboven ook al aangaf is een te natte bodem in het kweekkastje gevaarlijk. Geef daarom pas water zodra je ziet en voelt dat de bodem droog is of dat begint te worden.

Tip: geef water op de wortelzone van de plantjes. Water op de bladeren kan in combinatie met zon leiden tot verbranding van de bladeren. Waterdruppels zijn net kleine vergrootglaasjes.

Verplanten

Na enkele maanden in het kweekkastje te hebben gestaan, groeien de plantjes uit hun ‘jasje’. De kweekbak is dan simpelweg te klein geworden voor de planten.

Het is daarom hoog tijd om de plantjes te verplanten. Maar wacht. Dit doe je nog niet direct in de volle grond. Eerst ga je de plantjes verplanten in plastic potjes. Deze tussenstap wordt ook wel ‘verspenen’ genoemd.

Wanneer je gaat verplanten hangt af van de plantsoort en plantafstand. Bij de ene plant zal het sneller nodig zijn dan bij de andere.

Bij verspenen ga je als volgt te werk:

  1. Vul het plastic potje met 50% zand en 50% potgrond of tuinturf
  2. Maak in het midden van het potje een gaatje waar het stekje of plantje in komt te staan.
  3. Maak de grond rondom het plantje in de mini-kweekkas los met een vork.
  4. Haal het plantje uit de grond door het aan de bladeren op te pakken. Dit verkleint de kans op beschadigingen.
  5. Plaatjes het plantje in het plastieken potje wat je bij stap 1 en 2 hebt voorbereid.
  6. Druk de grond rondom het plantje goed aan.
  7. Water het plantje aan.

kweken-verplanten-verspenen

Geef vervolgens regelmatig water. Net zoals in het kweekbakje is het bij een potje ook belangrijk om niet te veel water te geven. Dat kan leiden tot rotting van de wortels.

Afharden

Enkele weken na het verplanten zijn plantjes klaar om te gaan afharden. Afharden? Dus de plantjes gaan nog steeds niet de volle grond in. Nee dat klopt!

Afharden is een stap om de jonge plantjes voor te bereiden op de wisselende weeromstandigheden buiten. Ze hebben immers maanden lang in een veilige en warme omgeving gestaan.

Door je planten af te harden is niet alleen de kans op overleven groter. Ook de kwaliteit van de planten is dan beter. En daar heb je nog jaren profijt van.

Zo ga je te werk tijdens het afharden van planten:

  1. Eerste dag: zet de potjes (gemaakt in stap 3) 3 tot 4 uur buiten
  2. Tweede dag: zet de potjes 4 tot 5 uur buiten
  3. Derde dag: zet de potjes 5 tot 6 uur buiten
  4. Vierde dag: zet de potjes 6 tot 7 uur buiten
  5. Vijfde dag: zet de potjes 7 tot 8 uur buiten
  6. Zesde dag: zet de potjes 8 tot 9 uur buiten
  7. Zevende dag: zet de potjes 9 tot 10 uur buiten

En zo hard je de planten in je tuin in één week af. Belangrijk hierbij is wel om dit te doen in een periode zonder vorst. De maand mei is over het algemeen een zeer geschikte periode hiervoor.

Kijk naar de behoeften van de plantjes. Houden ze van zon? Zet ze dan op een zonnige plaats. Als ze meer van halfschaduw houden, zet je de potjes op een plek met gefilterd zonlicht.

Planten in volle grond

Na het afharden zijn de planten klaar om in de volle grond geplant te worden. P.s.: in een bloempot buiten kan ook hoor.

Bij het planten in volle grond is het belangrijk om het nieuwe plantgat te voorzien van de juiste voedingsstoffen. Potgrond of tuinturf zijn geschikte organische middelen om de grond te verreiken met voedingstoffen.

Stappen om in volle grond te planten:

  1. Kies een geschikte standplaats. Niet alle planten houden ervan om de hele dag in de zon of de schaduw te staan.
  2. Graaf een gat van 2 tot 3 keer de grote van de kluit van de plant
  3. Vermeng de grond met tuinturf of potgrond
  4. Dompel de kluit van het plantje in een emmer met water
  5. Plaats de plant in het plantgat
  6. Vul de plant rondom aan met een mix van grond en tuinturf of potgrond.
  7. Druk de grond rondom de plant stevig aan
  8. Geef de plant water op de wortelzone. Dit watert de plant goed aan.

En zie daar: je nieuwe zelf gekweekte plant.

Bekijk de Top 10 beste kweekkasjes

Over de schrijver
Koen heeft een passie voor tuinieren. Jarenlang heeft hij gewerkt als tuinman. Op Online-Tuinman.nl deelt hij informatie, tips en trucks om andere tuineigenaren te helpen bij het makkelijk en goedkoper onderhouden van de tuin.
Reactie plaatsen